Orgelcultuur

ELECTRONISCH ORGEL   Er was een periode dat in Nederland veel electronische orgels verkocht en bespeeld werden. In die jaren ’70 wilde ik ook zo’n orgel bespelen. Mijn ouders kochten een Solina, met ingebouwde leslie. Eminent (Bodegraven) was in die tijd een belangrijke Hollandse fabrikant van dergelijke orgels. Organist/zakenman Stef Meeder was met zijn lesmethodes zeer bekend: iedereen kan snel orgel leren spelen! Misschien niet zoals Klaus Wunderlich, maar het klinkt toch leuk. Deze bruisende periode duurde niet zo lang. De productie en verkoop van orgels stortte in en tegenwoordig zijn er nauwelijks nog mensen te vinden die ‘populair’ orgel spelen. Oorzaak ? Ik denk dat moest blijken dat orgel spelen helemaal niet zo eenvoudig is. Het vergt nogal wat coördinatie en dus ook veel oefening: met handen en voeten. Klanken en effecten moeten met zorg gekozen worden, anders dan bijvoorbeeld met een piano. En verder zien we vanaf die jaren ’70 veranderende muziekstijlen en smaken. Met de opkomst van digitale piano’s en vooral keyboards werd het orgel verder naar de achtergrond verdrongen. Hoewel moderne technologie zeker ook bij nieuwe orgels werd en wordt toegepast (Roland, Yamaha, Wersi, Orla) blijft het orgel (spelen) toch een marginaal gebeuren. Dat zie je dus ook in de muziekscholen. Toch blijf ik zelf het orgel zien als een muziekinstrument waar je veel creativiteit in kwijt kunt en waar je veel muziek uit kunt halen. Maar het is een instrument waar je wel wat moeite voor moet doen.

HAMMONDORGEL   Eigenlijk is het hammondorgel (uit 1934) de voorloper van het electronische orgel terwijl de Hammond Piper (uit 1970) gezien kan worden als de voorloper van de huidige moderne keyboards. In 1934 dus heeft de Amerikaan Laurens Hammond het ‘toonwielorgel’ uitgevonden, gebaseerd op electro-magnetische principes. Het geeft een hele specifieke sound en daarbij hoort dan ook een ‘Leslie’, een aparte kast met roterende speakers. Verder zaten er niet veel ‘toeters en bellen’ aan zo’n hammondorgel. Van die jaren ’30 werd het hammondorgel ook in Nederland geintroduceerd en populair gemaakt door o.a. Cor Steyn, Pierre Palla en Bernard Drukker. Wel handig, een compact orgel zonder rijen met orgelpijpen. Dat was nieuw en bijzonder in die jaren. Vanaf 1975 worden, helaas, toonwielorgels niet meer gemaakt maar zijn er wel electronische, digitale hammondorgels en keyboards op de markt gekomen die de specifieke sound goed benaderen. Bijzonder is toch wel dat er met de oorspronkelijke toonwiel- hammondorgels nog altijd diverse optredens plaatsvinden met (ook vrouwelijke!) organisten als Rhoda Scott, Barbara Dennerlein, Lonny Smith, Carlo de Wijs, Bert van den Brink, Arno Krijger enz. Soms zien we het hammondorgel ook in jongerenbandjes!  Site voor hammondliefhebbers: www.hammondclub.nl   
 
THEATERORGEL   Voor het begeleiden van zgn. (geluidloze) ‘stomme films’ is met name in de jaren ’20 het theaterorgel ontwikkeld. Standaart Schiedam was een bekende Hollandse producent. Daarnaast zijn Wurlitzer en Compton bekende merknamen. Voor die films waren dus wel ‘toeters en bellen’ nodig en een heleboel klankkleuren. En dat maakt zo’n orgel, voor mij in geval, verrassend en heel boeiend. Omdat sommige organisten zich zodanig professioneel gingen bekwamen op dit type orgel ontstond er een enthousiast publiek, los van de film of een bioscoop. Gelukkig maar, want de film kreeg in die tijd snel geluid en de orgels (of een pianist of een orkest) waren hiervoor in ‘het theater’ niet meer nodig. Dus er volgden radio-uitzendingen, grammofoonplaten, concerten en niet te vergeten de zgn. community singing in met name Royal, Tuschinski en City theater in Amsterdam. Bernard Drukker en Cor Steyn werden hier bekend mee. Andere bekende organisten uit die tijd: Pierre Palla, Reginald Dixon, Horace Finch, Arnold Loxam. Helaas, vanaf de jaren ’70 nam de publieke interesse voor deze muziek gestaag af. Gelukkig gingen er vanaf die tijd wel initiatieven ontstaan gericht op het behoud en onderhoud van de theaterorgels. In Nederland heeft, vanaf 1972, de Nederlandse Orgel Federatie (NOF) daar met veel inzet en succes aan gewerkt. En zodoende zijn er vandaag de dag theaterorgels te zien én te horen in bijvoorbeeld Amsterdam (Tuschinski), Schiedam (Theater aan de Schie), Boskoop (Flora theater) en verder ook nog in Haarlem, Dordrecht, Steenwijk. Na jaren stilstand werd eind 2019 ook het voormalige (Pierre Palla) AVRO concertorgel weer in gebruik genomen, een nieuwe plek in het MCO te Hilversum. De orgels worden tegenwoordig meer en meer gedigitaliseerd. Het onderhoud en bespelen wordt zo gemakkelijker gemaakt!  Site voor liefhebbers theaterorgel: www.theaterorgel.nl   
 
MAGIC ORGAN   Aparte vermelding verdient tenslotte het Magic Organ. Dit orgel is begin jaren ’60 bedacht en gemaakt door Jaap Keizerwaard (1929-2019) uit Berkel en Rodenrijs. Zowel alle electronica als alle toetsen en knoppen zijn eigenhandig door Jaap vervaardigd! Het is een groot drie-klaviers electronisch orgel met - voor die tijd - hele specifieke 'magic' sounds. De speeltafel is verbonden met een grote generatorenkast en 10 grote speakerboxen. Organist Cor Steyn kreeg in die tijd informatie over dit orgel en is bij Jaap komen kijken en luisteren. Vanaf dat moment volgden er opnames en talloze grammofoonplaten. En werd dit orgel bekend! Door het plotselinge overlijden van Cor Steyn in 1965 nam de betekenis van het Magic Organ af, maar toch hebben later nog talloze binnen- en buitenlandse organisten het orgel bespeeld en werden er opnames gemaakt. Ik noem bijvoorbeeld Jan van Weelden en Willie Weits (Martin Tower). Het orgel bleef altijd eigendom van Jaap Keizerwaard en werd door hemzelf in die beginjaren vervoerd naar bijvoorbeeld de VARA-studio, naar De Doelen in Rotterdam, naar Duitsland, naar kerken en zalen enz. enz. De LP's (vooral Cor Steyn) kocht ik als jonge knul al in de jaren "70, veel later in 2005 kwam ik zelf voor het eerst in direct contact met Jaap en het orgel! Na jaren onzekerheid werd het Magic Organ eind 2022 door de familie Keizerwaard overgedragen aan Beeld en Geluid, Hilversum.  
 
Tot slot: het 'kerkorgel' bestaat historisch gezien al veel langer en de door mij beschreven orgels zijn als het ware afgeleid van het kerkorgel. Het kerkorgel heeft een rijke cultuur en ook literatuur. Bijvoorbeeld het fraaie blad 'De orgelvriend' (www.orgelvriend.nl) geeft daar een goed beeld van. Het bespelen van een kerkorgel zie ik als: een vak apart!